Voor ons stond het vast dat we zouden gaan nu onze kinderen nog jong zijn. Op het moment van vertrek waren Bram en Daan 7 en 3 jaar. In onze ogen de perfecte leeftijd, want ze hebben o.a. de taal waarschijnlijk sneller onder de knie, sluiten makkelijker aan bij leeftijdsgenootjes. Zoals eerder beschreven was het voor ons nu of nooit! Voordat we de jongens vertelden van de plannen hebben we eerst goed uitgedacht wat we al concreet konden maken, zodat we ook met iets concreets konden komen zoals waar we zouden gaan wonen. Het moeilijkste was niet eens het vertellen op zich, maar het besef bij de jongens dat ze hun vriendjes, vriendinnetjes, familie dus niet mee zo snel en makkelijk zouden kunnen zien en spreken. Gelukkig leven we in een tijd dat de mobiele telefoon niet meer alleen voor het bellen is, maar dat we ook kunnen videobellen. Om het voor de jongens nog net wat meer concreet te maken, hebben we een aftelkalender gemaakt. Zo konden ze iedere dag een kruisje zetten als er weer een dag voorbij was. Dit hielp hen om zicht te krijgen op wanneer we daadwerkelijk zouden vertrekken naar Zweden.

Het hielp om inzichtelijk te maken wanneer we zouden vertrekken
In het begin is het echt niet makkelijk geweest. De dagen/weken na het vertrek waren de lontjes kort en het humeur stekelig. Ergens waren we hier al op voorbereid, daarom hebben we ook alles op alles gezet om het eerst voor de jongens goed geregeld te hebben. Dat hebben we gedaan door regelmaat in de dagen te brengen, door er samen op uit te gaan, door soms gewoon ff te knallen en het vervolgens weer goed te maken met elkaar. Als je lange tijd 24/7 bij elkaar op de lip zit, kan het niet anders dan dat het een keer botst.
Wij zijn vanaf het moment dat we de beslissing namen bijna continue bezig geweest om alles te regelen voor en rondom de emigratie, dat merkten we ook toen we eenmaal in Zweden aangekomen waren. We waren allemaal moe. De eerste tijd hebben we echt bij moeten komen met z'n allen. En ondanks dat het soms botste, ook de jongens onderling, hebben we geen seconde gedacht: "waar zijn we aan begonnen?!".

We mochten de eerste tijd met Bram mee naar school ter begeleiding en ondersteuning.

Tot rust komen in het bos

De berg op sjouwen, Daan doet niets liever
Nu, 1,5 jaar later zeggen de jongens ook niet meer terug te willen naar Nederland. Ze voelen zich helemaal thuis hier, houden van de natuur, de wilde dieren die we regelmatig tegenkomen, het vrij plukken van heerlijke bessen en kantarellen in het bos, het leven in Zweden an sich. En vriendjes en familie worden uiteraard gemist, maar dan bellen we wat vaker en we proberen zelf 1 à 2x per jaar naar Nederland te gaan. En andersom hebben we ook veel bezoek gehad. Het gemis is er, maar het is niet allesbepalend. De jongens hebben goede aansluiting kunnen vinden bij leeftijdsgenootjes, zijn volledig geaccepteerd op school en de förskola. Daarmee wordt hetgeen wat ze missen in Nederland enigszins verzacht.